Na drie dagen vertrekken we uit Cairns.
De jeugd met rugzak in de bus, wij met de auto.
Van de stad zelf hebben we niet een foto, hoe dat kan zijn we nog niet achter.
Best een mooie stad, met veel leuke plekken, maar niks vereeuwigd.
We hebben geen plannen gemaakt voor de komende weken, dus geen idee waar we komen.
Een half uur na vertrek zitten we al aan onze eerste cappucino in Gordonvale, een oud stadje vlak bij Cairns.
Als het zo doorgaat, hebben we zes weken werk om in Brisbane te komen.
De volgende dag zijn Jaap en Marte op de Greyhound bus gestapt en samen verder gegaan.
Waar ze nu zitten, ik denk ergens in Noosa en dan naar Fraser eiland.
Wijzelf hebben een auto gehuurd en rijden nu net als alle andere mensen aan de verkeerde kant van de weg.
De eerste dag zijn we door de outback gereden, over hele smalle weggetjes waar we eigenlijk alleen maar road-trains tegenkwamen: vrachtauto’s van dik 50 meter lang, met 170 ton vracht.
We hebben in een prachtig heel oud hotel gelogeerd in Chartres Towers, en in het plaatselijke café een biefstuk gegeten.
Van Yungaburra naar Charters Towers.
Op de kaart leek het ongeveer 150 km, in werkelijkheid was het 525 km.
Door de outback, over smalle wegen. Ook al was het volgens de borden de Kennedy Highway.
Uitkijken moest je voor de roadtrains: 50 meter lang, 170 ton zwaar en 100 km/uur.
Toch was het een mooie rit, waar we behalve koeien, struisvogels en roadtrains geen mens hebben gezien.
Charters Towers, midden in de outback.
Slapen in het Royal Private Hotel op de foto rechtsonder, ontbijten bij Henry (op de bovenste rij in het midden.
Biefstuk in de pub en later bierdrinken op de galerij met de dame van het hotel en andere gasten.
Tijdloos. Mooie verhalen. Dronken mensen. Lekker eten.
Slapen in de bruidssuite, met jacuzzi en flatscreen.
Naar Airlie Beach, driehonderd kilometer suikerriet. (kregen we na 100 km pas door, toen we ook de suikerfabrieken zagen)
Tienduizend hectare is niks, het hield nooit weer op.
Slaperige stadjes ertussen in, verbonden door alweer een (smalle) Bruce Highway.
De volgende dag verder naar Airlie Beach.
Wat een toerisme.
Nix voor ons.
We hebben in een dorp 25 km verderop bij de vvvv een b&b geregeld en een boottocht.
B&b was wel weer in airlie beach, maar mooi boven op de heuvels, met uitzicht op de haven.
Vandaag hebben we een zeiltocht gemaakt van 10 uur, gesnorkeld, op het witste strand ter wereld gelegen en aan boord ge-bbq.
Nu zijn we klaar voor ons diner.
Morgen trekken we verder naar een plaatsje dat 1770 heet. (http://www.sunzine.com.au/bundaberg/town-1770.html)
Nooit van gehoord, maar schijnt er ook weer mooi te zijn.
wordt vervolgd.
Airlie Beach.
Een echt backpackers stadje.
We hadden een B&B op de heuvel net voor de haven.
Geweldig uitzicht, met giga lekker ontbijten.
Damast, zijde, echt zilver en alles vers.
‘s ochtends om zes uur wakker door de papegaaien.
Fantastische plek.

Alleen: geen bikini of zwembroek. De kwallen, zo groot als je duimnagel, zijn zo giftig dat je alleen met een soort van duikerspak mocht zwemmen.

Met het witste strand ter wereld.
Steekt mooi af tegen die zwarte pakken.
