Winter in Auckland betekent dat elk type weer elke dag voorbij kan komen. Nu, zondagmiddag half zes, is het koud en regent het pijpenstelen. Gisteren scheen de zon en zaten we aan zee op een terras koffie te drinken. Lekker in het zonnetje, mensen op het strand en ook in zee. Vandaag guur en stuk kouder. Al met al mogen we niet klagen in dit stuk van Nieuw Zeeland; we hebben hier geen (nacht)vorst, geen sneeuw en geen gladde wegen. Onderin vriest het, ligt een halve meter sneeuw en zijn veel wegen afgesloten. Zelfs onder in Auckland hebben ze nachtvorst. Wij wonen ook meter of 25 boven de zeespiegel, scheelt ook weer. Gisteren scheen het zonnetje lekker, aangename temperatuur, dus de auto in, stukje rijden, stukje lopen, hapje eten. het leven is hier wel vol te houden. Langzaam aan komt einde van de winter in zicht, schapen krijgen lammetjes, koeien kalven zo’n beetje allemaal gelijk. Ook begint het gras weer te groeien. Hiernaast zie je de schapen ook genieten van het zonnetje. Misschien ook wel van het uitzicht, want dat blijft nog steeds fantastisch. Glooiende heuvels, veel bomen, de zee en blauwe luchten. Zo nu en dan staan we even stil om ervan te genieten. En zelfs in het weekend kom je hier bijna niemand tegen.
Op dit moment werk ik met veel mensen uit India, ook uit New Delhi. Die mensen zijn helemaal van slag als ze buiten de stad komen: daar is helemaal niks, dat kan toch niet? Als je door een dorpje rijdt en er is niemand op straat, dan denken ze dat ze allemaal dood zijn. Spooksteden noemen ze het. wat ook raar is, is dat ze het Indiaas eten hier lekkerder vinden dan thuis. Naast mensen uit India zijn er nu ook Mexicanen, Japanners, Chilenen, Duitsers, Iranezen en nog meer. Tis maar voor een paar weken dat ze hier zijn, maar prachtig om mee te werken. We vergelijken onze gewoontes, ons eten, muziek, land enzovoort. Alleen die Indiase muziek die eentje via zijn Ipod op mijn autoradio afspeelt, begint redelijk snel te vervelen. Ook dat ze meezingen. Nee dat kunnen de Kiwi’s beter. Op deze foto zie je twee muzikanten, tegen de 70 jaar, die zo’n beetje alles van Elvis Presley tot the Who speelden. Gewoon ergens op een zaterdag middag in een klein cafeetje ergens in de provincie. Wij buiten in het zonnetje, zij binnen met mooie muziek, om altijd te blijven zitten.
Het weekend heb je ook wel nodig om even te ontspannen: de druk binnen het bedrijf is groot: melkprijs is vreselijk laag en wordt mogelijk nog lager. De eerste ontslagen zijn er ook, bij honderden tegelijk. Veel mensen die je net hebt leren kennen, staan met een paar weken op straat. Hier in Auckland hebben ze een dag later wel weer werk, maar verderop op het platteland wordt het een hele toer. Sociale voorzieningen zijn hier ook minder goed dan in Nederland, dus het is voor een groot aantal flink afzien. Maar ze schijnen het wel gewend te zijn, want je hoort weinig gemor. Lijkt er een beetje op dat men denkt dat wanneer het weer beter gaat, ze allemaal weer terugkomen. Als je naar de cijfers kijkt klopt dat ook wel: elk jaar worden een paar honderd mensen ontslagen, maar totaal aantal werknemers daalt niet. Heb dat vaker gezien.
Wat voor mij erg moet wennen is dat we veel communiceren via de telefoon, het land is te groot om steeds bijelkaar te komen. Ook hebben we veel vestigingen in andere landen, dus vergaderen via soort van Skype. Begint nu te wennen, maar in het begin bleef minder dan de helft hangen: veel accenten, afkortingen, halve zinnen. Nu wordt dat beter, maar ook de Kiwi’s hebben veel dialecten die moeilijk verstaanbaar zijn. Spaans Engels, Chinees Engels en Fries Engels, allemaal doorelkaar. I hate you welcome….. Al die nationaliteiten, dat komt ook terug in het eten. Alleen daar al voor zou je naar Auckland verhuizen! Gisteravond hebben we Vietnamees gegeten, bij Cafe Hanoi. Wontons, gewokt hele kreeftjes, varkensbuik, jammie jammie. De week ervoor bij een Indiaas restaurant, zo verschrikkelijk lekker, je zou elke dag terug willen. Straks gaan we naar onze lokale Thai, ook weer super. De Thai is goedkoper dan zelf eten kopen. En het mooie is BYO, dat betekent Bring Your Own, oftewel je kan je eigen wijn meenemen van huis. Voor een paar euro krijg je dan twee glazen en openen ze de fles voor je. In het begin vreemd dat je met een fles wijn het restaurant in stapt, maar het is hier normaal. Net als de restjes meekrijgen in een doggy bag. Enige restaurant waar we nooit komen is Dutch Delight, Willem met zijn patat en frikandellen.
Het leven is hier goed en plezierig. Over een paar weken begint de lente weer en gaan we weer naar buiten. Weekendje weg en in oktober paar weken naar Australiƫ. Het wordt tijd voor vakantie.
wordt vervolgd
Met plezier jullie verhaal gelezen.
Groeten vanuit Giekerk @ wisselend bewolkt, van Janke.