Hallo daar,
We zitten in Santiago, net geland van een vlucht uit Arica.
Daar was ik de laatste keer geëindigd met dat we zouden dineren.
We hadden mooi restaurant uitgezocht, bleek dat ding pas 9 uur open te gaan.
Dat is voor een Nederlander die 6 uur de aardappelen op tafel wil, veel te laat.
Dus wij in een taxi door de stad, met een hele aardige chauffeur,die twee woorden Nederlands kende: van Basten.
Maar we vonden iets, een familierestaurant, waar we prachtig zaten, maar eten was allemaal frituur.
‘s Nachts begon Nelie mij te imiteren: diarree, overgeven en weet ik wat.
Toch de volgende dag maar in de auto gesleept, want we moesten nog 130 km rijden, weer dwars door de bergen, naar Putre.
Jongens…..die mensen hebben daar bergen, je wilt het niet weten.
We klommen van zeespiegel naar 4.500 meter om in Putre op 3500 meter uit te komen.
Auto trekt dan ook niet erg meer, en Nelie ook niet.
Weer een alleraardigst hotel, waar we eerst nog de 1e gasten waren.
We zaten zo hoog dat de kachel aankon.
Nelie onder de wol, ik winkelen.
Dorpje is oud-Inca, dus bestaat al langer dan Nederland oud is. en zo zien de huizen er ook uit.
mensen zijn klein, met korte armen en benen, want dat kost minder zuurstof.
Op 3.500 meter zit er nog 65% van de hoeveelheid zuurstof in de lucht, vergeleken met zee nivo.
nu is dat genoeg, maar dan wel “met beleid”
Beetje sloompjes lopen, dan gaat het wel. maar je voelt je hart kloppen, je bent snel benauwd en krijgt snel hoofdpijn.
Eerst maar weer bananen en cola kopen, dan is dat klaar.
Dorpje bekeken, inclusief een kazerne met 400 soldaten. (we zitten 50 km van de grens met Bolivia/Peru.
Soldaten hebben geen reet te doen. beetje op wacht staan, of aan de weg de Boliviaanse chauffeurs pesten.
Hekken om de kazerne heen zijn een lachertje: er is zelfs eentje bij die lijkt vreselijk veel op een spiraalbed. met een soldaat erbij op wacht.
Heb ‘s avonds alleen gegeten,wat betreft eten ook weer fantastisch was.
Nelie knapte erg op en volgende dag zijn we met ons autootje de bergen ingereden,naar een park.
Mooi park, met lama’s , flamingo’s en nog veel meer mooie beesten. ook mooie dorpjes. cocathee gedronken tegen de hoogteziekte.
nu moet je weten dat Chili ergens in 1880 grond van Bolivia heeft ingepikt, dusdanig dat Bolivia geen zeekust meer heeft.
Alles, maar dan ook alles moet vanuit Arica Chili, via de weg naar Bolivia.
En die weg loopt langs Putre en dwars door het park.
En……..is na Putre niet geasfalteerd.
‘s Ochtends om 8 uur gaat de grens open en komen onafzienbare rijen vrachtauto’s de grens over die in colonne en zo snel mogelijk naar Arica willen en met vracht weer terug. (personenauto’s, benzine, meubels, alles. een grote 24 uurs race.
Lauca National Parc.
Op 4.570 meter ligt het hoogste meer ter wereld, het Lago Chungara.
Er omheen vulkanen.
We hebben last van de hoogte: veel lucht nodig en hoofdpijn.
Ook de auto trekt slecht.
De dieren trekken zich er niks van aan.
Dorpje Parinacaota.
Ligt ook 4.000 meter hoog en een rondje wandelen door het dorp is vermoeiend.
We drinken coca thee bij een “restaurantje”.
Naast het enige toilet in het dorp ligt een lama, die net is gestroopt.
Een grote stofwolk, waar je dan inraakt, en maar op geluk rijdt.
En die Chilenen maar heel druk aan die weg werken, met heel veel oponthoud. lijkt meer op pesten, dan op echt weg repareren.
Maar goed, wij hebben weer een fantastische dag gehad,met machtig mooie uitzichten, mooie mensen, spannende inhaalacties.
‘s Avonds zo gaar als boter een neut en een hapje eten in de kroeg.
Daar zaten ook alle wegwerkers, die “in de kost” zijn in Putre en weekends naar huis gaan in Arica.
was voetbal en Chili won. (elke Chileen is gek op voetbal, dus dan weet je ongeveer het lawaai)
we lagen 9 uur alweer in bed,
Vanmorgen nog een laatste ontbijtje en weer naar Arica. weer door die giga bergen.
Mooie vlucht over de Andes naar Santiago, taxi brengt ons naar hotel en morgenvroeg nog een vlucht van driekwartier, naar het merengebied.
Daar gaan we dan deel 2 van onze reis in. we hebben het kale en warme nu gehad, nu het groene en natte.
wordt vervolgd
Terug naar Arica, ons rode autootje inleveren en weer in het vliegtuig.
‘s middags eten we in Santiago, weer in een heel andere wereld.